Ik dank U, levende eeuwige Koning
dat Ge in ontferming mijn ziel weer in mij hebt doen terugkeren,
Uw trouw is zo groot.
Mijn God, de ziel die Ge in me hebt gegeven is rein;
Gij hebt haar geschapen, Gij hebt haar gevormd en Gij hebt haar in mij geblazen.
Gij behoedt haar in mij.
In de toekomst neemt Gij haar weer van me weg, om haar eens in mij terug te doen keren.
Zolang die ziel in mij is, sta ik in dank voor U,
Heer mijn God en God van mijn vaderen, Heer van alle gebeuren, Meester van alle zielen.
Gezegend Gij Heer, die de zielen doet terugkeren in dode lichamen.