Lang niet iedereen is gewend om hardop te bidden, laat staan om dat te doen in een gebedsgroep of in een gebedstrio. Sommigen bidden met het zweet in hun handen. Anderen bidden vrijuit en soms ook nog een lang gebed. De gevolgen laten zich raden: de gebedsgroep loopt het gevaar niet echt ‘samen’ te bidden.
Het conversatiegebed blijkt in de praktijk een vorm te zijn die helpt om echt samen te bidden. Kort gezegd gaat het om: kort bidden, goed naar elkaar luisteren, één onderwerp tegelijk, elkaar daarbij aanvullen en niet tijdens andermans gebed al met de voorbereiding van je eigen gebed bezig zijn. Door het conversatiegebed wordt de langbidder een beetje ingetoomd en de onwennige wordt op weg geholpen. Het verlaagt de drempel om mee te doen.

In de praktijk
Hoe werkt het praktisch? Het conversatiegebed betekent dat je niet om de beurt een lange monoloog houdt, maar dat iedereen om beurten in één of enkele zinnen tegen God zegt wat hij/zij zeggen wil. In dat korte gebed noem je niet een heleboel gebedspunten tegelijk, zoals sommigen gewend zijn, maar per keer slechts één onderwerp. Daarbij is het niet nodig om elk gebed met ‘amen’ te besluiten. De anderen luisteren en vullen eventueel aan. Zij zien andere aspecten aan dat ene onderwerp en kunnen daar in hun gebed bij aansluiten en aanvullen.

Er is een ezelsbruggetje om het conversatiegebed te onthouden, het woord LAKE:
L= luisteren naar de ander
A = aansluiten op de ander
K = kort bidden
E = één onderwerp tegelijk

Voordelen
Wat zijn de voordelen van deze vorm van bidden?

  • Elk onderwerp komt veel beter aan de orde. Er wordt rijker gebeden, want je vult elkaar aan.
  • Iedereen kan meerdere keren een gebed uitspreken. Want als het ene gebedspunt is uitgediept, kan de groepsleider aangeven om naar het volgende gebedspunt te gaan of de groep doet dit spontaan uit zichzelf. Het volgende onderwerp wordt op dezelfde wijze ‘doorgebeden’.
  • De drempel om in te stappen is veel lager. Er is meer ontspannenheid tijdens het bidden en daardoor ook meer ruimte voor de leiding van Gods Geest.
  • De aandacht verslapt minder snel, bijvoorbeeld doordat een langbidder alle gras voor andermans voeten weg bidt. Vooral geroutineerde bidders lopen het risico beginnelingen plat te bidden.
  • De gebedsgroep wordt meer een eenheid, een orkest dat hetzelfde stuk speelt. De deelnemers springen niet van de hak op de tak, maar blijven gedurende meerdere gebeden bij hetzelfde onderwerp. Het gezamenlijk gebed zal dieper gaan omdat je elkaar aanvult en stimuleert.

In de praktijk blijkt ook wel dat deze vorm van bidden enige discipline vraagt. Soms moet de groep wennen aan deze nieuwe vorm.

Uit de praktijk
Ter illustratie geef ik een ervaring van een gebedsgroep in het land door. Eén van de deelnemers schrijft:
"Al enkele jaren komen wij met veel plezier als gebedsgroep wekelijks bijeen om te bidden en danken voor onze gemeente. Wij merkten echter dat we langzamerhand meer gespreksgroep dan gebedsgroep werden, en dat was niet doel van onze gebedsavonden. Allerlei persoonlijke zaken werden uitvoerig besproken en ook de onderwerpen die de gemeente betroffen kwamen ruim aan bod. Aan het eind moest er dan nog gebeden worden. Ieder bad dan wat hem of haar op het hart lag. Dat resulteerde vaak in lange monologen en er werden veel gebedspunten tegelijk gepakt. Onderwerpen konden niet echt uitgediept worden. Soms leken we elkaar meer te blokkeren dan te stimuleren.
Daarbij kwam ook dat we uitzien naar groei van onze groep. Deze manier van bidden leek ons ook niet echt uitnodigend voor nieuwkomers. Lange gebeden kunnen een hoge drempel opwerpen.
Er was dus onvrede over het functioneren van onze gebedsgroep. We hebben hulp van buitenaf gevraagd en kregen het conversatiegebed aangereikt. Het sprak ons zo aan dat we het graag in de praktijk wilden gebruiken. Het heeft ons tot nu toe echt geholpen om al een betere invulling aan onze gebedsavonden te geven. We zijn ons er van bewust dat we er nog verder in kunnen groeien, want we vervallen toch nog makkelijk in lange gebeden.
Om de beurt heeft één van ons tegenwoordig de leiding over de avond. We beginnen de avond vaak met een stukje Bijbellezen, zingen, een openingsgebed en lofprijzing.
Als we toe zijn aan de voorbede, pakken we één onderwerp en nadat één persoon daar kort voor gebeden heeft, krijgen de anderen de gelegenheid voor datzelfde onderwerp te bidden. Ieder mag meer dan eens aan bod komen. We ervaren dat een onderwerp zo meer wordt uitgediept. Het bidden wordt ook veel levendiger. Al biddende stimuleren we elkaar en vullen we elkaar aan. Is het onderwerp voldoende aan bod gekomen, dan gaan we over op een volgend onderwerp. Valkuil hierbij is wel het al eerder genoemde te lange bidden van een en dezelfde persoon. Tussen de onderwerpen door zingen we soms enkele liederen of lezen nog een Bijbelgedeelte. We merken dat we nu al veel doelmatiger bidden. We zien er iedere keer weer naar uit om zo samen te bidden en hopen daarin ook nog verder te groeien."
Inmiddels is de gebedsgroep fors gegroeid …..

Oefening met lofprijzing
Je kunt het conversatiegebed ook toepassen op de lofprijzing. Je kunt dit doen door je te concentreren op één of enkele karaktereigenschappen van God, bijvoorbeeld Psalm 103:8 -“Liefdevol en genadig is de HEER, Hij blijft geduldig en groot is zijn trouw.”. In de praktijk gaat het als volgt:

  • Eerst lees je de tekst, liefst de hele psalm of alleen vers 1-13.
  • Vervolgens breng je God in je eigen woorden de lof om wie Hij is in dit ene bijbelvers, om deze karaktereigenschappen. Dat doe je in korte bewoordingen, waarbij je goed naar elkaar luistert en elkaar probeert aan te vullen.

Je zou kunnen zeggen: door op deze manier te bidden, zet je stuk voor stuk een bloem in een vaas voor de Here God. Met elkaar maak je een prachtig boeket voor Hem!

Je zou deze oefening in lofprijzing én conversatiegebed ook kunnen toepassen op één van de namen van God in het Eerste Testament

  1. De HEER is onze gerechtigheid. (Jeremia 23:6, 33:16)
  2. De HEER is daar. (Ezechiël 48:35)
  3. Ik, de HEER, ben het die jullie geneest. (Exodus 15:26)
  4. De HEER is mijn banier. (Exodus 17:15)
  5. De HEER zal erin voorzien. (Genesis 22:14)
  6. De HEER is mijn Herder. (Psalm 23:1)

Of op één van de Ik-ben-woorden van Jezus uit het Johannes-evangelie:

  1. Ik ben het brood dat leven geeft. (6:35, 48)
  2. Ik ben het licht voor de wereld. (8:12)
  3. Ik ben de deur voor de schapen. (10:7)
  4. Ik ben de goede herder. (10:11,14)
  5. Ik ben de opstanding en het leven. (11:25)
  6. Ik ben de weg, de waarheid en het leven. (14:6)
  7. Ik ben de ware wijnstok en mijn Vader is de wijnbouwer. (15:1)

Een mooi loflied hierbij is Gezang 75 uit het Liedboek voor de Kerken.
Er is ook een mooi gebed bij de Ik-ben-woorden van Jezus: Gebed tot Jezus Christus.

Anekdote
Ook de opwekkingsbeweging kent zijn anekdotes; omdat ook geestelijke leiders mensen van vlees en bloed zijn en soms gewoon graag gezien willen worden. Zoals in die belangrijke samenkomst in de tijd van Moody, waarin allerlei 'kopstukken' samen in de dienst hun aandeel hadden. Ieder zou wat doen: spreken, bidden, de zangleiding. Vooral die ene broeder hoorde zichzelf erg graag spreken. Dat was ook zo toen hij mocht bidden. Dus ging hij voor in gebed: vijf minuten, tien minuten, vijftien minuten …… onze broeder ging maar door. Na zeventien minuten nam ook Moody het woord en zei: ‘Terwijl onze broeder nog even doorgaat met zijn gebed, begin ik alvast met de preek’.

 

Wil je op dit gebied verder toegerust worden? Bekijk dan 24-uurs conferentie toerusting gebed

 

(uit: Jan Minderhoud, BIDDEN IS EEN WEG, Praktische gebedsvormen voor de binnenkamer en voor groepen, hoofdstuk 22)