Om uitgebreider en intensiever te kunnen bidden moet je soms op gang komen. Van Luther is bekend dat hij zich op gang liet brengen door het Onze Vader, door de Tien Woorden, door de Apostolische Geloofsbelijdenis of door de Bijbelwoorden. Met andere woorden: bidden gaat lang niet altijd niet vanzelf, je moet een duwtje in de rug krijgen. Luther deed dit door zichzelf bij het lezen en overdenken van het Onze Vader, van de Tien Woorden of van een Bijbelgedeelte telkens vier vragen te stellen:

1.       Wat betekent het? wat leer ik hieruit?  (bedenken)
2.       Waarvoor kunnen we God danken?  (bedanken)
3.       Waarvoor kunnen we schuld belijden?  (bekennen)
4.       Welke dingen zouden we aan God kunnen vragen voor onszelf en voor anderen?  (bidden)

Dit noemde Luther de viermaal gedraaide krans: een viervoudig koord, dat als een krans in elkaar is gedraaid.
Dat de draden in elkaar gevlochten zijn, drukt ook uit: het zijn niet perse stadia, die ná elkaar komen, maar de verschillende fases kunnen ook heel goed in elkaar overlopen.

Blijven bij één ding
Wat Luther in dit verband ook vaak deed is het overdenken van een enkel Bijbelwoord. Hij stond het zichzelf toe om te blijven bij één woord, bij één gedachte, om deze tot zijn hart te laten doordringen, om dat te overdenken en te laten bezinken. Om van daaruit tot een gebed te komen.

Woord en antwoord, dat is waar het hier om gaat. Eerst een Bijbelwoord, een woord van Godswege naar ons toe, dan een antwoord van onze kant naar God toe: een gebed, een dankwoord, een schuldbelijdenis, een lofprijzing.

Oefening baart kunst
Met deze viermaal gedraaide krans kun je op heel eenvoudige wijze oefenen. Eerst lees je een Bijbelgedeelte, bijvoorbeeld Johannes 15:1-8. Je kiest uit dat Bijbelgedeelte één aspect of één vers - we blijven dus net als Luther bij één ding -  en stellen dan de volgende vier vragen:

1.       Wat betekent het? Wat leer ik hieruit?  (bedenken)

          _______________________________________

 

2.       Waarvoor kan ik God danken?  (bedanken)

          _______________________________________

 

3.       Waarvoor kan ik schuld belijden?  (bekennen)


          _______________________________________

 

4.       Welke dingen zou ik aan God kunnen vragen voor mezelf en voor anderen?  (bidden)

 

          _______________________________________

 

Maak nu van punt 2 t/m 4 een kort gebed.

Blijf deze oefening meerdere keren herhalen. De ervaring leert dat je deze manier van bidden snel eigen kunt maken. Het gaat op een gegeven moment als het ware vanzelf.