BIECHTSPIEGEL

naar aanleiding van de zaligsprekingen uit Matteüs 5:3-10


"Dit bid ik, dat uw liefde nog steeds meer overvloedig moge zijn
in helder inzicht en alle fijngevoeligheid,
om te onderscheiden, waarop het aankomt.
Dan zult gij rein en onberispelijk zijn tegen de dag van Christus,
vervuld van de vrucht van gerechtigheid,
welke door Jezus Christus is, tot eer en prijs van God." (Fil. 1:12-13)

Ruim 10 jaar geleden was ik in Zwitserland, op vakantie. Ik werd er ziek, een griep kreeg me te pakken. Nu was er op loopafstand van ons appartement een klein kapelletje. Ik kon er af en toe rustig zitten. Om te bidden. Om als het ware de kruiswegstaties mee te lopen; en om te bladeren in het Katholisches Gesangbuch. Wat mij daarin vooral trof waren de 'biechtspiegels'. Biechtspiegels zijn een soort controlelijsten voor zelfonderzoek. Bekende biechtspiegels zijn de Tien Woorden, de zeven hoofdzonden en de klassieke deugden. Het Zwitserse gezangboek had biechtspiegels voor kinderen en voor scholieren. Bij de plaatselijke pastoor heb ik het boek gekocht. Thuis, enkele jaren later, heb ik onderdelen van deze biechtspiegel bij de zaligsprekingen vertaald, voor u en voor jou. Om u en mezelf te helpen af en toe in de spiegel te kijken …

De lijst is lang en de lat ligt hoog, zeker als je hem in één keer doorleest. Daar kan het gevaar in schuilen dat het je gaat verlammen. Zie het daarom als een groeimodel: met vallen en opstaan mogen we "groeien in helder inzicht en alle fijngevoeligheid, om te onderscheiden, waarop het aankomt". Met veel vallen en telkens weer opstaan. Niet alles in één keer, niet alles in één dag. En misschien is deze lijst te lang om in één keer te lezen. Sta dan elke dag of elke week stil bij één van de zaligsprekingen.

Jezus zegt (vertaling NBV 2004 resp. HSV 2010):

"Gelukkig wie nederig van hart zijn, want voor hen is het koninkrijk van de hemel."
"Zalig zijn de armen van geest, want van hen is het Koninkrijk der hemelen."

  • Wat is belangrijk voor mij: geld, het verzamelen van bezit, de zin van het leven, God?
  • Ben ik iemand die altijd meer hebben wil, of gelden voor mij ook andere waarden?
  • Leef ik voor God, of houd ik Hem ver van me vandaan in het leven van alledag?
  • Kan ik tijd met God doorbrengen: bidden, overdenken, stil worden?
  • Accepteer ik mezelf ook met mijn grenzen en beperkingen, in het vertrouwen dat God van me houdt zoals ik ben?
  • Gebruik ik mijn bezit ook in solidariteit met hen die weinig of niets bezitten?

"Gelukkig de treurenden, want zij zullen getroost worden."
"Zalig zijn zij die treuren, want zij zullen vertroost worden."

  • Loop ik voor droeve dingen, lijden en pijn weg, of probeer ik daardoor te groeien?
  • Kan ik frustraties en teleurstellingen toelaten, omdat ik vertrouw op God?
  • Zoek ik bedroefde, terneergedrukte mensen op, of loop ik voor hen weg?
  • Ben ik invoelend ten opzichte van mensen die verdriet hebben, of neem ik mijn toevlucht tot goedkope woorden?
  • Probeer ik anderen te troosten, misschien door hen met raad en daad bij te staan?
  • Geef ik in mijn leven ruimte aan verlies van levenskwaliteit en van menselijke relaties?

"Gelukkig de zachtmoedigen, want zij zullen het land bezitten."
"Zalig zijn zij de zachtmoedigen, want zij zullen de aarde beërven."

  • Hoe ga ik met mijn eigen en met andermans agressie om?
  • Zet ik de zwakkeren opzij, door hen te verachten, niet serieus te nemen of verbaal te overheersen?
  • Zet ik mij in voor geweldloosheid, in mijn gezin, op school, waar dan ook?
  • Heb ik de moed om gewelddadigheid aan te kaarten?
  • Zet ik me ervoor in dat conflicten niet met geweld, maar met gesprek worden opgelost?

"Gelukkig wie hongeren en dorsten naar gerechtigheid, want zij zullen verzadigd worden."
"Zalig
zijn zij die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid, want zij zullen verzadigd worden."

  • Vertrouw ik op Gods gerechtigheid: dat Hij mij rechtvaardigt, ook wanneer ik zondig?
  • Zijn voor mij Gods gerechtigheid en goedheid de maatstaf, wanneer ik bij anderen mijn recht zoek?
  • Blijf ik op mijn rechten staan, ook als ik daardoor de liefde verlies?
  • Ben ik bereid om geleden onrecht te verdragen en dat anderen niet in de schoenen te schuiven?
  • Probeer ik de specifieke situatie en levensgeschiedenis van mijn medemens recht te doen?
  • Ben ik een rechtvaardige opvoeder, vader, moeder?

"Gelukkigde barmhartigen, want zij zullen barmhartigheid ondervinden."
"Zalig
zijn zij de barmhartigen, want aan hen zal barmhartigheid bewezen worden."

  • Ben ik barmhartig tegenover anderen, omdat ik weet dat ik zelf van Gods barmhartigheid leven mag?
  • Kan ik genade voor recht laten gelden?
  • Neem ik mij de noden van mensen in mijn omgeving of wereldwijd ter harte?
  • Overvraag ik mijn medemens door teveel van hen te eisen, of sta ik hen toe om te falen?

"Gelukkig wie zuiver van hart zijn, want zij zullen God zien."
"Zalig
zijn zij de reinen van hart, want zij zullen God zien."

  • Zijn de motieven van mijn handelen zuiver en eerlijk, of heb ik verborgen motieven om mijn doelen te bereiken?
  • Laat ik me door negatieve gevoelens bepalen: nijd, afgunst, haat of wraakgevoelens? Hoe ga ik met deze gevoelens om?
  • Sta ik open voor andere mensen, voor vriendschappen, of gaat het me vooral om het eigen voordeel?
  • Is eerlijke liefde en vertrouwen de drijfveer in mijn meest intieme relaties?
  • Heb ik ook respect voor andermans relaties?

"Gelukkig de vredestichters, want zij zullen kinderen van God genoemd worden."
"Zalig zijn zij de vredestichters, want zij zullen Gods kinderen genoemd worden."

  • Leef ik vanuit het bewustzijn dat ik een kind van God ben en dat ik in vrede met Hem mag leven?
  • Verspreid ik een sfeer van vrede, of ben ik juist de bron van allerlei spanningen?
  • Kan ik conflicten aangaan, zonder dat ik daarmee mensen beschadig of onrecht doe?
  • Ben ik bereid om onbevooroordeeld naar iemand te luisteren, zijn/haar belangen te erkennen en indien nodig compromissen te sluiten?
  • Bid ik om vrede in de wereld? En verwacht ik dat als een gave van God, terwijl ik zelf bijdraag aan vrede waar dat binnen mijn vermogen ligt?

"Gelukkig wie vanwege de gerechtigheid vervolgd worden, want voor hen is het koninkrijk van de hemel."
"Zalig
zijn zij die vervolgd worden om de gerechtigheid, want van hen is het Koninkrijk der hemelen."

  • Sta ik voor mijn geloofsovertuiging, ook wanneer dat in mijn nadeel is of wanneer ik om die reden uitgelachen of bespot word?
  • Zet ik mij in voor mensen die wegens hun (geloofs-)overtuiging of huidskleur benadeeld of vervolgd worden? Bid ik voor hen?
  • Laat ik me uit angst of kritiek verlammen bij nieuwe uitdagingen of initiatieven, die de zaak van God en Zijn gerechtigheid zouden kunnen dienen?


Goede momenten van bezinning en zelfonderzoek toegewenst.
Meer informatie over de biecht vind je in dit artikel op www.ontdekkenjezelf.nl

Jan Minderhoud